De bedrijfsarts stelt vragen over je gezondheid en je werksituatie. Als het nodig is, doet de bedrijfsarts ook een lichamelijk onderzoek. Daarna geeft de bedrijfsarts advies over je werk en gezondheid:

  • Wat je wel en niet kan doen
  • Op welke manier je kan opbouwen: langzaam weer meer gaan werken
  • Wat je kan helpen om in de toekomst te blijven werken

 

Het helpt om van tevoren te bedenken wat je wilt vertellen of vragen. Bijvoorbeeld:

  • Hoe gaat het?
    Bijvoorbeeld:
    • Het gaat niet zo goed.
    • Het gaat steeds beter.
    • Ik maak me veel zorgen.
  • Wat kan ik? Wat kan ik niet?
    • Tip: denk na over verschillende onderdelen van je werk.

Bijvoorbeeld:

  • Ik kan wel/niet ver lopen.
  • Ik kan wel/geen e-mails beantwoorden.
  • Ik voel me elke dag ongeveer hetzelfde.
  • De ene dag voel ik me veel beter dan de andere.
  • Waarom kan ik dat niet?
    Bijvoorbeeld:
    • pijn, vermoeidheid, angst
  • Wat wil ik?
    Bijvoorbeeld:
    • Ik wil graag mijn collega’s weer een keer spreken.
    • Ik wil 4 uur per week gaan werken.
    • Ik wil een soort taak weer proberen te doen.
  • Wat zijn mijn vragen aan de bedrijfsarts? Bijvoorbeeld:
    • Hoe kan ik weer langzaam beginnen met werken?
    • Welke werkzaamheden kan ik veilig doen? Waarmee moet ik oppassen?

Zo kan je duidelijk vertellen hoe het met je gaat. Dat helpt de bedrijfsarts om met je mee te denken.

 

Tip: neem voor de afspreek deze lijst door. Zo ben je goed voorbereid.